Steeds meer organisaties zijn op een of andere manier bezig met duurzame inzetbaarheid.
Waarom?
Zelf actief blijven, werken aan je eigen ontwikkeling, aantrekkelijk blijven voor je huidige én toekomstige baan, regie nemen over je eigen loopbaan, mensen stimuleren om in beweging te komen: het zijn allemaal elementen van duurzame inzetbaarheid. Vitaliteit en duurzame inzetbaarheid hebben te maken met ‘zorg je goed voor jezelf?’.
De term ‘gezond en duurzaam werken’ geniet wat mij betreft de voorkeur boven ‘duurzame inzetbaarheid’.
Bedrijven en organisaties die werk maken van de gezondheid, betrokkenheid en ontwikkeling van hun medewerkers, plukken daar namelijk vaak direct de vruchten van. Reden temeer om medewerkers te boeien en te binden. Het zorgt namelijk voor meer werkplezier, minder ziekteverzuim en een hogere arbeidsproductiviteit.
Inzetbaar? Dat moeten ‘ze’ maar voor me regelen…
Maar ook blijkt uit onderzoek van Wijzer in Geldzaken* dat driekwart van de werknemers (77%) verwacht dat de werkgever het mogelijk maakt om door te werken tot de pensioenleeftijd. Uit datzelfde onderzoek blijkt echter dat 77% van de werknemers van 55+ hierover niet met zijn werkgever praat.
Dus hoewel meer dan de helft van de werknemers zijn werk als fysiek of mentaal belastend ervaart, heeft amper een kwart ooit met zijn werkgever besproken hoe hij of zij toch kan doorwerken tot de pensioenleeftijd. Vooral bij werknemers die hun werk als fysiek belastend ervaren speelt de werkgever hierin een belangrijke rol. De werknemers vinden het belangrijk dat de werkgever aangepast werk biedt, en de mogelijkheid om minder uren te werken( 56%). Twee op de drie werknemers wil graag minder werken, gemiddeld drie jaar voordat ze AOW krijgen, maar is daar financieel niet op voorbereid (en toe in staat). Vanwege het inleveren van salaris is dit nog maar voor 26 procent van de ouderen een reële optie. Verder blijkt dat bij 60% niet bekend is, dat in die situaties vaak al gebruik gemaakt kan worden van een deeltijdpensioen.
Kortom een meerderheid van de 55-plussers die werk als fysiek belastend ervaart, is duidelijk nog niet goed voorbereid op langer doorwerken. Door op tijd te erkennen, dat bijvoorbeeld de
vermoeidheid er is, dat je daar niets aan kan doen, maar dat je wel zelf het stuur in handen kunt nemen als het gaat om hoe je ermee omgaat en hoe je dit je leven laat beïnvloeden kom je
verder.
De onderzoekers stellen vast dat het gesprek over werk en inzetbaarheid pas wordt gevoerd in de laatste jaren voor de pensioenleeftijd en dat ook pas op latere leeftijd acties ondernomen worden om inzetbaar te blijven.
Een gemiste kans!
Hoe dan wel?
Mensen zullen steeds langer doorwerken en de gemiddelde leeftijd op de werkvloer stijgt. Door bevlogenheid en betrokkenheid daag je mensen iedere dag uit om te doen wat ze het liefste doen. Het ABC van bevlogenheid staat voor: Autonomie, betrokkenheid en competenties.
Want bevlogen/betrokken medewerkers zijn 12% effectiever, 18% productiever en de klanttevredenheid ligt 16% hoger dan bij medewerkers die niet bevlogen/ betrokken zijn.
Het is belangrijk om (als werknemer) af en toe (heel eerlijk en oprecht) zelf stil te staan bij de vraag:
“Hoe blijf ik goed, gezond en met plezier aan het werk?”
- Hoe goed kan ik mijn huidige werk blijven uitvoeren?
- Hoe blijf ik aantrekkelijk voor de arbeidsmarkt?
- Hoe blijf ik fysiek en mentaal fit?
- Hoe past werk in mijn leven?
- Hoe kan ik weerbaarder worden om in te spelen op veranderingen en om te gaan met onzekerheden.
- Hoe ontwikkel ik meer veerkracht en aanpassingsvermogen, nu niets meer zeker is?
Twijfel jij over je eigen toekomstbestendigheid?
- Welke ontwikkelingen gaan er spelen voor jouw functie en wil of kan je die allemaal nog wel volbrengen?
- Wat wilde ik worden toen ik klein was, wat doe ik nu en wat wil ik doen als ik later groot ben?
- Hoe speel jij in op de toekomst?
- Welke kleine stap op weg naar je toekomst kun je vandaag al maken?
- Hoe kan ik een plan A, plan B en plan C bedenken?
En vooral begin op tijd!
“Maak het klein, ervaar succes en vooral …. maak het leuk!”
Aanvaard dat er beperkingen zijn gekomen, bedenk een kleine stap die je helpt deze beperking te accepteren en hoe je ermee om kunt gaan. Elke kleine stap breng je in de praktijk. Op alle stapjes die lukken kun je trots zijn, zij brengen je verder.
Even ter verduidelijking, dat lukt niet van het ene op het andere moment. Uit onderzoek blijkt dat we 36 keer met iets moeten oefenen voordat het een gewoonte wordt. Ook moeten we zeven keer iets horen, lezen of meemaken voor het kwartje valt. Je kunt niet iets ‘vanzelf’.
Als je je eigen beperking accepteert en leert hoe hier mee om te gaan functioneer je zelf beter, hebben je collega’s en je werkgever opnieuw een volwaardige medewerker die optimaal functioneert.
Je kunt dit ook prima als team bespreken om samen verder te komen. Op basis van stellingen, vragen en foto’s, in een leuk spel, kom je tot een goed inzicht.
Dan help ik jullie met spiegelen en doorvragen ;)
Sta jij er voor open?
Delen en liken van dit bericht stel ik zeer op prijs!
* onderzoek onder werknemers in loondienst tussen 55 en 67 jaar. De nadruk lag op werknemers die hun werk als fysiek belastend ervaren